Nachtvlinders

Verschil tussen dagvlinders en nachtvlinders :

Dagvlinders hebben dunne antennen met een verdikt uiteinde, vaak in de vorm van een knopje. Bij nachtvlinders komen andere antennevormen voor, met name dunne zonder verdikt uiteinde, en gekamde of geveerde antennen. Van de nachtvlinders hebben alleen bloeddrupjes een dunne spriet met verdikt uiteinde.

Dagvlinders gebruiken hun vleugels om in de zon op te warmen en zo warm genoeg te worden om te vliegen. Nachtvlinders trillen vaak met hun vleugels om voor het vliegen op te warmen.

Nachtvlindervrouwtjes maken gebruik van feromonen die op grote afstand mannetjes kunnen lokken, terwijl dagvlinders hun paringspartner zoeken op grond van visuele stimuli. Dit laatste is echter ook aangetoond bij de palmmot . Een palmmotvrouwtje heeft geen klieren die feromonen afscheiden en het reukapparaat van het mannetje is ongeschikt om de feromonen waar te nemen. Vermoed wordt dat de hele familie Castniidae op een “dagvlindermanier” paringspartners vindt.

Niet alle nachtvlinders vliegen ’s nachts. Er zijn veel nachtvlinders, zoals de Kolibrivlinder en de Sint-Jansvlinder die voornamelijk overdag vliegen.

Voor foto’s zie submenu’s .